Schrijven

We zitten in de nieuwe trein Van Zwolle naar Emmen wel zo fijn De stoelen zijn bekleed met stof Ja, dat vinden we erg tof We hobbelen op en neer Door de vering doet het geen zeer Het spoor is hier heel erg oud De bielzen zijn vast nog van hout Het lijkt een hele …

Mama mama ga nou mee Je kindje staat al voor de wc Ze zal wel heel nodig moeten Het meisje met de vlechtjes en sproeten Na een tijdje komt mama er aan En komt voor een gesloten deur te staan De WC is dicht En met een stralend gezicht Vraagt ze aan de conducteur Is …

Tegenover me zit een meisje met putti En een heel grote lach op haar snoettie Ze maakt met heel veel durf Een olifant met afzakkende slurf Een bol met heel veel lucht Die heel hard knalde, zucht Daarna haar vader met spitse kin En nog een hoop onzin De putti is roze echt waar En …

Met de pennen in de aanslag En op het gezicht geen enkele lach Breit deze dame vol smart Een muts of sjaal in het zwart Plezier doet het haar niet Tenminste, dat is wat je ziet Ze zit tegenover ons in de trein Het geluid van het tikken is wel fijn Soms moet ze het …

Kerstavond komt er aan En weet je waar wij staan Te wachten op een trein Die hier een kwartier geleden moest zijn Vertraging van een kwartier is het woord Dat je uit de luidspreker hoort Het is koud en erg nat Maar wij hebben tijd zat Vanavond hoeven we pas aan te komen En dus …

Zonnestralen over het water dringen door in de trein Het is avond, weet dat we op weg naar huis zijn Vluchten vogels vliegen voorbij Om te gaan slapen in een wei Wij hebben nog enkele uren te gaan Voordat we op het station in Blerick staan We genieten na van een leuke dag Met veel …

Een blonde dame zou het moeten zijn De vrouw tegenover ons in de trein Maar niets is minder waar Ze gedraagt zich nogal raar Ogen wegdraaien, gekke bekken trekken, doet ze aldoor Heel hard praten, aandacht trekken, maar waarvoor? Tegenover haar zit slechts haar vriendin En die is er aan gewend, dat zit er dik …

Het meisje met het hoedje zat in de trein Naar buiten kijken is wat ze deed, dat vond ze fijn Ze zag koeien, geiten en schapen in de wei Ze moest steeds weer lachen, de dieren maakten haar blij Ze reisde van Blerick naar Rotterdam En weet je, dat meisje noemt mij haar mam Samen …